De
achteruitgang van het aantal brouwerijen valt samen
met het verval van Brugge in de herfsttij der middeleeuwen
en eveneens in de crisisperiode vanaf 1930.
Tussen 1830 en de eerste wereldoorlog is in een tijd
van evenwicht, onder de invloed van de eerste industriële
revolutie, een duidelijke heropleving merkbaar.
De opkomst van de lage gistingsbieren van het pilsner-type
in de jaren twintig, was voor veel brouwerijen een te
zware investering, waardoor de teleurgang van de kleine
brouwerijen was getekend.
Een tiental Brugse brouwers deden gezamelijk die investering
en richtten een coöperatieve brouwerij DE LAC op om
hun consumenten toch van pilsbier te kunnen voorzien. |
|